Je bent bezig met de elementaire zaken zoals eten en slapen. Je omgevingsbewustzijn reikt niet verder dan de materie.

​

Bij de eerste laag is dat het overlevingsmechanisme, je liefde voor het leven dat je niet wilt verliezen.

De tweede laag is de ontdekking van de verhouding van jouw zelf tot je omgeving. Je begint verschil te zien tussen mensen en hun ontwikkelingsniveau. Je blik gaat dus meer open naar de ander en naar je omgeving.

​

Bij de tweede laag is het de erkenning van jou als individu, dat mensen jou zien als de liefdevolle mens die je bent en jij dat ook doet tegenover de ander.

De derde laag is die van het besef dat je zelf vorm moet geven aan je leven. Die vorm wordt hier bepaald door de wisselwerking tussen de mens en materie. 

​

De materie speelt een rol in elke bewustzijnslaag, maar in de derde is die erg belangrijk en staat die op het punt te vergeestelijken. Je begint je bewust te worden van groetere waarden in het leven en gaat de materie steeds energetischer waarnemen.

​

De ziel wordt in deze laag ontdekt en krijgt meer zeggenschap.  Je wil is belangrijk, maar ook je wens om goed te doen begint langzaam vorm te krijgen. 

​

De eerste drie lagen zijn de aardse lagen.

​

De derde laag geeft je inzicht in wat je wilt in het leven en hoe je dit zo mooi en liefdevol mogelijk wilt vormgeven.

De vierde laag van bewustzijn is het weten dat alles met liefde aan elkaar is verbonden. Nu begint het bewustzijn te vergeestelijken. Je wordt je bewust van de onzichtbare werelden en de wens om daar meer van te weten komt boven. 

​

Het heimwee naar je oorspronkelijke toestand begint sterker te worden: je voelt het onuitsprekelijk verlangen om tot deze kennis en ervaringen te beschikken.

​

Het leven veranderd door onzichtbare waarden zoals vertrouwen en overgave. Hier kan met de ziel van de mens bereiken.

​

Helder zien en het ontvangen van berichten uit de andere werelden begint hier vorm te krijgen (energieën aanvoelen, lichtwerkers)

​

De vierde laag wil die levensopdracht in harmonie en liefde vormgeven zoals ook de aarde en de omgeving daar beter van wordt.

De vijfde laag van de fijnstoffelijke energie.  Je kunt in deze laag iets creëren vanuit de sferen. Dan heb je dus contact nodig met de wereld die tot dan voor de mens onzichtbaar is geweest. 

​

Je leert nu wensen en die wens vorm te geven. Je begint er aan te wennen dat je in twee werelden tegelijk kunt leven.  Je voelt je lichaam veranderen naar een lichtere toestand, eten en drinken worden minder, hier begint het kunnen leven van prana (levensenergie). Hier heb je dagelijks contact met hogere werelden. Jouw wereld wordt steeds meer gevormd door dit contact.  Het universeel bewustzijn.

​

De vijfde laag wil die liefde uitbreiden naar de onzichtbare werelden en daar kennis over opdoen en die voor het individu en de mensheid gebruiken.

De zesde laag is die van het kunnen richten van de onzichtbare krachten die jouw leven vormgeven.  Je bentnu meester over een bepaalde energetische toestand, je kan werkelijk creëren. Je ziet het lijden van de medemens en neemt afstand om de wereld te kunnen dienen. In verbinding met je gidsen.

​

De zesde laag wil die liefde gebruiken om te scheppen voor het grote goed. 

De zevende laag is het volledig in controle zijn over je leven en het volledige beeld hebben van jouw zielsopdracht op aarde en de openheid die de ziel krijgt om die opdracht op het hoogste niveau uit te voeren. 

​

De zevende laag ziet alles en heeft geen wil meer, maar doet wat nodig is om het evenwicht in stand te houden.